Lijndikte
Het kenmerk lijndikte is van toepassing op het lijntype van een object.
Wanneer u in het kenmerkenpalet op knop Lijndikte klikt, verschijnt er een keuzelijst waaruit u een aantal standaard lijndiktes kunt selecteren. Om de beschikbare lijndiktes in deze lijst te bewerken of te verwijderen, of lijndiktes op maat aan deze lijst toe te voegen, zie Lijndiktes op maat creëren.
Als u een lijndikte op maat wilt toekennen aan een geselecteerd object, selecteert u in de keuzelijst van het Kenmerkenpalet de optie Stel lijndikte in. Het dialoogvenster ‘Stel lijndikte in’ wordt geopend. Selecteer hier de gewenste Eenheden en vul een waarde voor de Dikte in.
Selecteer de optie Lijndikte van de Klasse om de lijndikte volgens klasse in te stellen (zie Kenmerken van een klasse toekennen). Als in het Organisatievenster de optie Automatisch toekennen is aangevinkt voor de klasse van het object, wordt de lijndikte van het object automatisch volgens klasse bepaald.
Lijndiktes op maat creëren
Commando |
Locatie |
Lijndikte |
Extra > Instellingen |
Via het commando Lijndikte kunt de lijst met beschikbare standaard lijndiktes in het Kenmerkenpalet bewerken. De aangepaste lijndiktes worden bewaard samen met uw gebruikersvoorkeuren en zijn dus ook beschikbaar wanneer u een nieuwe Vectorworks sessie start.
Om een lijndikte op maat voor het Kenmerkenpalet in te stellen:
Selecteer het commando. Het dialoogvenster ‘Lijndiktes’ wordt geopend.
Selecteer de gewenste criteria voor de lijndiktes.
Klik hier om de velden te tonen/te verbergenKlik hier om de velden te tonen/te verbergen
Veld |
Omschrijving |
Nieuw |
Voer in deze velden de nieuwe waarde voor de lijndiktes in. |
Eenheden |
Selecteer de eenheid die u wenst gebruiken om de lijndiktes in de lijst weer te geven. Ongeacht de geselecteerde eenheid worden de waarden naar boven of onder afgerond tot de dichtste mil-lengtemaat en zo bewaard. Twee lijndiktes op maat kunnen niet naar dezelfde waarde worden afgerond. |